Relaties met andere kaders
ArchiMate[bewerken | brontekst bewerken]
Reacties: Ingediend reviewcommentaar (ArchiMate)
Relatie met ArchiMate als praktische handreiking.
ArchiMate is dé formele modelleertaal binnen het vakgebied enterprise-architectuur. Het is géén architectuurmethode, maar ondersteunt methodes als TOGAF en kaders als NORA of andere referentiearchitecturen. Daarmee is het een brug tussen abstracte kaders en concrete modellen. De vertaling tussen NORA-begrippenkader en de ArchiMate-concepten is een waardevolle praktische handreiking bij het opstellen van Enterprise-, Domein- en Solutionarchitecturen door (semi)overheidsorganisaties die ArchiMate als modelleertaal hanteren.
Waarom is zo’n handreiking nuttig?
Het slaat brug tussen beleidstaal en modelleertaal:
- Begrippen in NORA of een andere referentiearchitectuur zijn vaak abstract, beleidsmatig of conceptueel.
- ArchiMate werkt met formeel gedefinieerde elementen.
- Een vertaling helpt om de juiste ArchiMate-elementen te kiezen voor de bedoelde concepten.
Het zorgt voor consistentie en hergebruik:
- Bij enterprise- en domeinarchitecturen is consistente modellering essentieel, zeker binnen overheidscontext.
- Door een gestandaardiseerde vertaling kun je modellen beter vergelijken, combineren en hergebruiken over organisaties heen.
Aantal met toelichting mbt ArchiMate: | 110 |
---|---|
Aantal Is exact overeenkomstig: | 2 |
Aantal Is vrijwel overeenkomstig: | 24 |
Aantal Is overeenkomstig verwant: | 88 |
Aantal Heeft overeenkomstig bovenliggend: | 2 |
Aantal Heeft overeenkomstig onderliggend: | 0 |
Begrip | Toelichting harmonisatierelaties ArchiMate | Is exact overeenkomstig | Is vrijwel overeenkomstig | Is overeenkomstig verwant | Heeft overeenkomstig bovenliggend | Heeft overeenkomstig onderliggend |
---|---|---|---|---|---|---|
activiteit | ArchiMate 3.2:
Een activiteit kan als Bedrijfsproces of Bedrijfsfunctie worden gemodelleerd, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt:
|
BusinessActor, BusinessRole, BusinessProcess, BusinessFunction | ||||
afnemer | ArchiMate 3.2: Bedrijfsrol
Voorbeeld:
|
BusinessActor, AssignmentRelationship, BusinessRole | ||||
afspraak | ArchiMate 3.2: Contract | Contract | ||||
applicatie | ArchiMate 3.2: De beste overeenkomst met NORA definitie als een logisch afgebakende computetprogramma is ArchiMate Applicatiecomponent.
|
ApplicationComponent | ApplicationFunction, ApplicationService, ApplicationInterface | |||
Applicatielaag | ArchiMate 3.2: Applicatielaag
|
Application | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | |||
architectuur | ArchiMate 3.2: Architectuur is een metabegrip in ArchiMate en is niet als expliciet taalelement gedefineerd. | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | ||||
architectuurpatroon | ArchiMate 3.2: Om een patroon als een herbruikbaar architectuurconcept te beschrijven, kan een Groeperingselement worden gebruikt om de relevante elementen te groeperen. Dit maakt het patroon als een logische eenheid herkenbaar en herbruikbaar. | Grouping | ||||
begrip | ArchiMate 3.2: Betekenis
. In ArchiMate is het meest geschikte equivalent voor een Begrip uit NORA het concept Betekenis (Meaning).
|
Meaning | BusinessObject | |||
begrippenkader | ArchiMate 3.2: Een begrippenkader kan worden representeerd door een ArchiMate Conceptueel Model, die bestaat uit Bedrijfsobjecten, Betekenissen daarvan en Relaties daartussen.
Dit kan als volgt worden gemodelleerd:
Bedrijfsobjecten als concrete begrippen:
Relaties tussen begrippen met Assciatierealatie of Specialisatierelatie:
Gebruik van een Groeperingselement voor een taxonomie of thematische clustering:
|
BusinessObject, Meaning, AssociationRelationship, SpecializationRelationship | ||||
beheer | ArchiMate 3.2: beheer als alle handelingen die relevant zijn voor het instandhouden van iets kan op meerdere manieren gemodelleerd worden in Archimate, afhankelijk van de context.
|
Capability, BusinessFunction, BusinessProcess | ||||
beleid | ArchiMate 3.2:
beleid kan met Actieplan (Cource of Action) Motivatie-element van ArchiMate gepresenteerd worden.
|
CourseOfAction, Principle, Constraint, Goal | ||||
bericht | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate, zijn er verschillende manieren om een bericht te modelleren, afhankelijk van de context:
|
Artifact, DataObject, BusinessObject | ||||
bevoegdheid | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan Bevoegdheid gemodelleerd worden door een combinatie van Bedrijfsrol, Bedrijfsactor, Toegangsrelatie en Restrictie, om aan te geven wie welke rechten heeft op wat:
|
AccessRelationship, Constraint, BusinessRole, BusinessActor | ||||
bouwsteen | ArchiMate 3.2:
Het Groeperingselement van ArchiMate kan worden gebruikt om meerdere architectuurelementen logisch te groeperen. Hiermee kun je een bouwsteen (een herbruikbare component van een architectuur) als een verzameling van gerelateerde ArchiMate-elementen duiden.
|
Grouping | ||||
capability | ArchiMate 3.2: Bekwaamheid (Capability).
Een Bekwaamheid van een organisatie beschrijft wat een organisatie kan (het potentieel). Om te laten zien hoe de organisatie dat realiseert kunnen ArchiMate-elementen uit andere lagen gebruikt worden.
|
Capability | BusinessFunction, BusinessProcess | |||
component | ArchiMate 3.2:
Component als functioneel onderdeel van een systeem dat uit meerdere elementen bestaat kan met verschillende ArchiMate-elementen worden gemodelleerd, afhankelijk van de context:
|
ApplicationComponent, Node, Device, Resource, BusinessProcess, BusinessActor, BusinessRole, BusinessFunction, Grouping | ||||
coördineren | ArchiMate 3.2:
Omdat coördineren betrekking heeft op het plannen, aansturen en toezien op werkzaamheden, kan het als een Bedrijfsproces, een Bedrijfsfunctie of Bedrijfsrol worden gemodelleerd,
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole | ||||
dienst | ArchiMate 3.2: Product
. Het ArchiMate-concept Product wordt in de standaard gedefinieerd als “een samenhangend geheel van diensten en/of passievestructuurelementen, vergezeld van een contract, dat in zijn geheel wordt aangeboden aan (interne of externe) afnemers”. Dit betekent dat een Product in ArchiMate een verzameling kan zijn van Bedrijfsdiensten, Applicatiediensten, Technologiediensten en elementen die bepaalde fysieke of virtuele structuren vertegewordigen.
|
Product | BusinessService, Contract, Value, Stakeholder, BusinessRole, ApplicationService, TechnologyService, BusinessProcess, Artifact, Device | |||
dienstencatalogus | Archimate 3.2:
Een dienstencatalogus kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van hoe de dienstencatalogus aangeboden wordt aan de afnemers.
|
Grouping, BusinessObject, ApplicationService, Product | ||||
dienstverlener | ArchiMate 3.2:
Een dienstverlener kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de context.
|
BusinessActor, BusinessRole, BusinessInteraction | ||||
doel | ArchiMate 3.2: Doel | Goal | ||||
doelarchitectuur | ArchiMate 3.2: Plateau
Plateau representeert een specifieke architectuurfase, zoals een toekomstige (doel) architectuur. Inhoudelijk definieer je de doelarchitectuur met relevante Strategie-, Motivatie-, Bedrijfs-, Applicatie- en Technologie-elementen.
|
Plateau, Gap | ||||
doelstelling | ArchiMate 3.2: Doel
ArchiMate biedt meedere mogelijkheden voor modelleren van doelstellingen als een specifieke en meetbare stap om een doel te bereiken.
De relatie tussen doelstelling (Doel), strategie (Actieplan) en resultaat (Uitkomst) is als volgt:
|
Goal | InfluenceRelationship, RealizationRelationship, Outcome, CourseOfAction | |||
domein | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een domein op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt. Een realistisch ArchiMate-model zou waarschijnlijk een combinatie van meerdere technieken gebruiken:
|
Grouping, BusinessFunction, Capability, BusinessCollaboration | ||||
drijfveer | ArchiMate 3.2: Drijfveer | Driver | ||||
entiteit | ArchiMate 3.2: Actievestructuurelement.
|
ActiveStructureElement | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | |||
functie | Archimate 3.2:
Een functie kan in ArchiMate gemodelleerd worden door verschillende elementen, afhankelijk van de specifieke context waarin het wordt gebruikt:
|
Capability, BusinessFunction, ApplicationFunction, TechnologyFunction | ||||
functioneren | ArchiMate 3.2:
Het functioneren als werking van iets kan worden gemodelleerd als een kwaliteitsaspect of prestatiecriterium van een dienst of voorziening.
|
Requirement, Constraint, Value, Outcome, Assessment | ||||
gebruiker | ArchiMate 3.2: Bedrijfsactor.
Op basis van de definitie “Een natuurlijke persoon die iets gebruikt” en de toelichting dat een organisatie of apparaat geen gebruiker kan zijn, moet een gebruiker in ArchiMate worden gemodelleerd als een Bedrijfsactor.
|
BusinessRole, BusinessActor | ||||
gegeven | ArchiMate 3.2:
gegeven als concept kan gemodelleerd worden op verschillende manieren, afhankelijk van de context waarin het gebruikt wordt:
|
DataObject, BusinessObject, Representation, Artifact | ||||
goed | ArchiMate 3.2:
Om goed te modelleren in ArchiMate, gebaseerd op de gegeven definitie en toelichting, moeten we rekening houden met de kenmerken van tastbare en ontastbare goederen, overdraagbaarheid, herbruikbaarheid en eigendom.
|
BusinessObject, Product, ApplicationComponent, Device | ||||
governance | ArchiMate 3.2:
Voor modelleren van governance in de zin van bestuur, gedrachtcode en toezicht op organisatie zijn meerdere elementen uit ArchiMate Strategielaag, Motivatieaspect en Bedrijfslaag nodig:
|
Capability, Resource, Principle, Requirement, Stakeholder, BusinessRole, BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessObject | ||||
grondslag | ArchiMate 3.2:
Wet- en regelgeving in ArchiMate kan met verschillede elementen gemodelleerd worden, afhanelijk van de context.
|
Principle, Requirement, Driver, BusinessObject | ||||
Grondslagenlaag | ArchiMate 3.2:
De NORA Grondslagenlaag kan in ArchiMate worden gemodelleerd met Motivatie-elementen en elementen uit de Strategielaag, omdat het primair betrekking heeft op wet- en regelgeving, beleidskaders, standaarden en kwaliteitsdoelen die de architectuur van de overheid en overheidsdiensten beïnvloeden:
|
MotivationElement, Strategy | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | |||
handeling | ArchiMate 3.2:
De kleinste eenheid van werk als onderdeel van een activiteit kan worden gemodelleerd met concepten uit ArchiMate Bedrijfslaag:
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessEvent | ||||
hulpmiddel | ArchiMate 3.2:
Afhankelijk van de context, kunnen hulpmiddelen op verschillende ArchiMate lagen worden gemodelleerd.
|
Resource, BusinessObject, ApplicationComponent, Device, Node, Facility, Equipment | ||||
identiteit | ArchiMate 3.2:
ArchiMate veronderstelt impliciet wel dat de werkelijkheid unieke instanties bevat, maar het model dwingt dit niet af. In ArchiMate-modellen worden elementen meestal op conceptueel of logisch niveau gemodelleerd, zonder dat er per se een unieke identificatie van elke instantie nodig is.
|
BusinessObject, DataObject | ||||
incident | ArchiMate 3.2:
Een incident” kan gemodelleerd worden door gebruik te maken van een combinatie van elementen uit Bedrijfs-, Applicatie- en Technologielaag.
|
BusinessEvent, TechnologyEvent, ApplicationEvent, BusinessObject, DataObject | ||||
informatie | ArchiMate 3.2: Betekenis | Meaning | ||||
Informatielaag | ArchiMate 3.2: Passievestructuuraspect
.
|
BusinessObject, DataObject | ||||
informatieobject | ArchiMate 3.2:
Het concept “Informatieobject” kan gemodelleerd worden op verschillende manieren, afhankelijk van de context waarin het wordt gebruikt.
|
BusinessObject, DataObject, Artifact | ||||
informatievoorziening | ArchiMate 3.2:
Het concept “informatievoorziening” komt in ArchiMate overeen met meerdere concepten, afhankelijk van de interpretatie:
|
BusinessService, ApplicationService, ApplicationCollaboration, TechnologyService, TechnologyCollaboration | ||||
infrastructuur | ArchiMate 3.2: Technologielaag | Technology | ||||
interactie | ArchiMate 3.2:
De wijze van modelleren van “interactie” in ArchiMate hangt af van de entiteiten die met elkaar interageren.
|
BusinessInteraction, ApplicationInterface, TechnologyInterface, ApplicationCollaboration, TechnologyCollaboration | ||||
interface | ArchiMate 3.2:
“Interface” kan in ArchiMate worden gemodelleerd met verschillende concepten, afhankelijk van de betrokken entiteiten en de aard van de interactie.
|
BusinessInterface, ApplicationInterface, TechnologyInterface | ||||
interoperabiliteit | ArchMate 3.2:
In ArchiMate kunnen verschillende concepten worden gebruikt om interoperabiliteit te modelleren, afhankelijk van abstractieniveau: technologie, organisaties, semantiek en juridische kaders.
|
ApplicationCollaboration, TechnologyCollaboration, BusinessCollaboration, BusinessObject, Meaning, Principle, Constraint, Capability | ||||
IT-infrastructuur | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate wordt IT-infrastructuur gemodelleerd met concepten uit Technologielaag, zoals Technologiecomponent, Technologiedienst, Technologiefunctie en Communicatienetwerk.
|
Node, TechnologyFunction, TechnologyService, CommunicationNetwork | ||||
IT-infrastructuurlaag | ArchiMate 3.2: Technologielaag.
|
Technology | ||||
kernwaarde | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een kernwaarde worden gemodelleerd met Motivatie-elementen zoals Waarde, Principe en Drijfveer.
Kernwaarde als leidend principe ie bepaalt hoe een organisatie handelt:
Kernwaarde als een drijvende kracht (beweegreden) voor de missie en visie van een organisatie:
|
Driver, Value, Principle, InfluenceRelationship | ||||
keten | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een keten op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de focus op samenwerking, processen, netwerken of ecosystemen.
Keten als een verzameling organisaties (schakels) die samen een proces ondersteunen:
Keten als een een reeks processen die over meerdere organisaties lopen:
Keten als een ecosysteem, waarin organisaties met elkaar verbonden zijn via data-uitwisseling, standaarden en governance:
|
BusinessInteraction, Grouping, BusinessActor, BusinessProcess, BusinessInterface | ||||
klantreis | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een klantreis worden gemodelleerd met concepten uit de Bedrijfslaag, zoals Bedrijfsproces, Bedrijfsinteractie en Bedrijfsgebeurtenis.
|
BusinessProcess, BusinessInteraction, BusinessEvent | ||||
machtiging | ArchiMate 3.2:
Een machtiging kan in ArchiMate worden gemodelleerd als een Bedrijfsobject of een Gegevensobject, afhankelijk van de context waarin de machtiging wordt gebruikt.
|
DataObject, BusinessObject, BusinessRole, BusinessCollaboration | ||||
management | ArchiMate 3.2: Bedrijfsactor
. Organisatieonderdelen, zoals afdelingen of andere organisatiestructuren, worden in ArchiMate gemodelleerd als Bedrijfsactoren. |
BusinessActor | ||||
managen | ArchiMate 3.2:
Het modelleren van “managen” in ArchiMate kan op verschillende manieren, afhankelijk van de rollen en activiteiten die worden beschreven.
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole | ||||
melding | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een melding worden gemodelleerd als Bedrijfsgebertenis, omdat een melding een gebeurtenis is die een proces in gang zet. Als inhoudelijke informatie van een melding gemodeleerd moet worden, is ook Bedrijfsobject relevant.
|
BusinessEvent, BusinessObject | ||||
metagegeven | ArchiMate 3.2:
De eenvoudige manier om “metagegevens” in ArchiMate te modelleren is met gebruik van Gegevensobject en Associatierelatie. Dit is de meest directe manier om gegevens over gegevens te representeren, vooral in een IT-context.
|
DataObject, AssociationRelationship | ||||
metamodel | ArchiMate 3.2: ArchiMate volledige raamwerk. ArchiMate kent een kernraamwerk van elementen en uitbreidingen daarop met extra lagen en een aspect. Samen vormen ze het metamodel voor alle modellen die in ArchiMate taal kunnen worden gemaakt. |
|||||
middel | ArchiMate 3.2: Bedrijfsmiddel. In ArchiMate is Bedrijfsmiddel gedefinieerd als een fysiek of abstract element dat wordt gebruikt om een product of dienst te produceren, leveren of ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld een machine, materiaal, menselijke capaciteit, software of informatie zijn. |
Resource | ||||
missie | ArchiMate 3.2: Doel
|
Goal | ||||
model | ArchiMate 3.2: Model
|
|||||
natuurlijk persoon | ArchiMate 3.2:
De meest directe manier om een natuurlijk persoon als individueel menselijk wezen te modelleren in ArchiMate is als een Bedrijfsactor.
|
BusinessActor, BusinessObject, DataObject | ||||
NORA-vijflaagsmodel | ArchiMate 3.2: ArchiMate volledig raamwerk.
|
groups, Grouping | ||||
object | ArchiMate 3.2:
Object kan worden gemodelleerd met verschillende ArchiMate-concepten, afhankelijk van de aard van het object.
|
BusinessActor, ApplicationComponent, Node, BusinessObject, DataObject, Artifact, Material | ||||
objecttype | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate is "objecttype" niet een expliciet gedefinieerd als taaalelement.
|
|||||
ondersteuning | ArchiMate 3.2:
Ondersteuning als een dienstverlenend proces waarbij een afnemer en dienstverlener betrokken zijn, kan met ArchiMate-elementen uit de Bedrijfslaag en Aplicatielaag gemodelleerd worden.
|
BusinessService, BusinessProcess, BusinessFunction, ApplicationService. | ||||
ontwerp | ArchiMate 3.2: Model
|
|||||
organisatie | ArchiMate 3.2: Bedrijfsactor. Organisaties kunnen worden gemodelleerd als ArchiMate bedrijfsfactoren. |
BusinessActor | ||||
Organisatorische laag | ArchiMate 3.2:
NORA Organisatorische Laag komt grotendeels overeen met de Bedrijfslaag van ArchiMate. Beide beschrijven organisaties, rollen, processen, samenwerkingen en dienstverlening.
|
Business, Strategy, Multilayer | ||||
partij | ArchiMate 3.2: Bedrijfsactor . Partijen als actieve elementen kunnen worden gemodelleerd als ArchiMate Bedrijfsfactoren. | BusinessActor | ||||
patroon | ArchiMate 3.2:
Een patroon in ArchiMate is een generieke architectuurstructuur die kan worden toegepast in meerdere contexten. Het bevat herbruikbare bouwstenen in één of meerdere lagen van de architectuur:
|
Grouping, Technology, Business, Application, Physical | ||||
persoonsgegeven | ArchiMate 3.2:
Omdat “Persoonsgegeven” een passief gegeven is, wordt het in ArchiMate het beste gemodelleerd als een Gegevensobject in de Applicatielaag of als een Bedrijfsobject in de Bedrijfslaag. Om de fysieke opslag of representatie van persoonsgegevens te modelleren, kan een Artefact (element uit Technologielag) worden gebruikt.
|
BusinessObject, DataObject, Artifact | ||||
practice | ArchiMate 3.2:
Een practice als een gestandaardiseerde en herbruikbare werkwijzekan worden gemodelleerd door een combinatie van elementen uit de Bedrijfslaag, Applicatielaag, en Technologielaag van ArchiMate. Verschillende aspecten van practice corresponderen met verschillende ArchiMate elementen:
Practice als herbruikbare methodologie of procedure: Practice als combinatie van taken en procedures: Practice als gedocumenteerde praktijk of best practice: Uitvoerders van de practice:
Hulpmiddelen voor de uitvoering van de practice:
|
BusinessProcess, BusinessFunction, Grouping, BusinessActor, BusinessRole, ApplicationService, TechnologyService | ||||
principe | ArchiMate 3.2: Principe | Principle | ||||
procedure | ArchiMate 3.2:
Omdat een procedure zowel een proces als de bijbehorende uitvoerders specificeert, kan dit het best worden gemodelleerd met een combinatie van Bedrijfsproces, Bedrijfsrol, en Bedrijfsactor. Verschillende aspecten van procedure corresponderen met verschillende ArchiMate elementen:
Procedure als een standaard werkwijze binnen een organisatie:
Uitvoerders van de procedure:
Procedure als document of richtlijn: Samenstelling van meerdere processen in een workflow:
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole, BusinessActor, BusinessObject, Grouping | ||||
proces | ArchiMate 3.2: Bedrijfsproces | BusinessProcess | ||||
procesmodel | ArchiMate 3.2:
Een procesmodel als beschrijving van een verzameling van processen en hun onderlinge samenhang, kan in ArchimMate bestaan uit Bedrijfsprocessen, Bedrijfsfuncties, Groeperingselementen, Bedrijfsrollen, Bedrijfsactoren en Bedrijfssamenwerkingen, die ieder een bepaald aspect van procesmodellering adresseert.
Een specifiek proces in het procesmodel:
Een herbruikbare functionele activiteit binnen processen:
Interactie tussen processen en actoren:
Een generiek procesmodel of standaard werkwijze:
|
Grouping, BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessCollaboration, BusinessActor, BusinessRole, BusinessObject | ||||
processtap | ArchiMate 3.2:
Processtap als een logisch gedefinieerd onderdeel van een proces kan het best worden gemodelleerd als een Bedrijfsproces of een Bedrijfsfunctie, afhankelijk van het niveau van abstractie:
Als een samenhangende geheel van activiteiten zonder vaste volgordelijkeid:
|
BusinessProcess, BusinessFunction, FlowRelationship, TriggeringRelationship | ||||
product | ArchiMate 3.2: Product | Product | ||||
profiel | ArchiMate 3.2:
Een profiel als een verzameling van specificerende kenmerken kan in ArchiMate worden gemodelleerd met verschillende elementen, afhankelijk van de context waarin het profiel wordt gebruikt.
Profiel als een bedrijfsconcept of model: Profiel als een dataset in IT-systeem:
Profiel als een configuratiebestand of instelling:
|
BusinessRole, BusinessObject, DataObject, Artifact, Node, ApplicationInterface, Constraint | ||||
programmatuur | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan het concept “programmatuur” worden gemodelleerd met meerdere elementen, afhankelijk van de context.
|
ApplicationComponent, ApplicationService, SystemSoftware | ||||
raamwerk | ArchiMate 3.2:
ArchiMate is geen architectuurraamwerk, maar een modelleertaal voor enterprise-architectuur.
|
|||||
rechtspersoon | ArchiMate 3.2:
Een rechtspersoon als een organisatie met een specifieke juridische status kan in ArchiMate worden gemodelleerd met Bedrijfsactor, Bedrijfssamenwerking en Bedrijfsobject, afhankelijk van de context waarin de rechtspersoon wordt gebruikt.
Samenwerking tussen rechtspersonen:
Juridische status van de rechtspersoon:
Rechtspersoon als deelnemer aan een proces:
|
BusinessActor, BusinessCollaboration, BusinessObject, BusinessRole | ||||
referentiearchitectuur | ArchiMate 3.2:
ArchiMate is geen referentiearchitectuur, om volgende redenen:
|
groups | ||||
referentiecomponent | ArchiMate 3.2:
Een referentiecomponent als een generieke, herbruikbare component binnen een referentiearchitectuur kan in ArchiMate worden gemodelleerd als een Applicatiecomponent, eventueel gecombineerd met Groeperingselement en Technologiecomponent, afhankelijk van de context.
Technologische implementatie van de referentiecomponent:
Een verzameling referentiecomponenten binnen een referentiearchitectuur:
|
ApplicationComponent | Node, Grouping | |||
rol | ArchiMate 3.2:
Omdat een rol een verzameling taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden vertegenwoordigt, kan dit het beste worden gemodelleerd als een Bedrijfsrol.
De medewerker die een rol vervult:
De taken die bij een rol horen:
|
BusinessRole | BusinessActor, BusinessProcess, BusinessFunction | |||
solution-architectuur | ArchiMate 3.2:
Een solution-architectuur in de zin van een specifiek ontwerp van een oplossing kan in ArchiMate worden gemodelleerd als een combinatie van Groeperingselement, Plateau, en diverse lagen van ArchiMate (Bedrijf, Applicatie, Technolohie, en eventueel Fysieke laag).
De transitie naar de nieuwe solution:
De bedrijfsprocessen die worden beinvloed door de solution:
De applicaties die deel uitmaken van de solution:
De technologische infrastructuur die de solution ondersteunt:
|
Grouping, Plateau, BusinessProcess, BusinessFunction, ApplicationComponent, Node, TechnologyService | ||||
standaard | ArchiMate 3.2:
Een standaard (zoals een industriestandaard, architectuurstandaard, wetgeving of interne richtlijn) kan in ArchiMate worden gemodelleerd met verschillende taalelementen, afhankelijk van de context en het gebruik ervan.
|
Constraint, Principle, Requirement | ||||
stelsel | ArchiMate 3.2:
Een stelsel kan in ArchiMate op meerdere manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de nadruk: op samenwerking, structuren of gedeelde voorzieningen.
|
BusinessCollaboration, BusinessFunction, BusinessProcess, ApplicationCollaboration, TechnologyCollaboration, BusinessService, ApplicationService | ||||
strategie | ArchiMate 3.2:
Een strategie als een richtinggevend plan voor het bereiken van de missie kan in ArchiMate worden gemodelleerd met Actieplan Motivatie-element, aangevuld met elementen uit de Strategielaag van ArchiMate.
Doelstellingen binnen de strategie
Tactisch doel of KPI
Capabilities die de strategie ondersteunen
Resources die de strategie mogelijk maken
|
CourseOfAction | Goal, Outcome, Requirement, Capability, Resource | |||
systeem | ArchiMate 3.2:
Een systeem kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de focus op de componenten of hun onderlinge relaties,
|
Grouping, BusinessCollaboration, ApplicationCollaboration, TechnologyCollaboration | ||||
taak | ArchiMate 3.2:
Een taak kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de focus op de handelingen, de structuur van de taak of de betrokken rollen.
|
BusinessFunction, BusinessProcess, BusinessRole, BusinessActor | ||||
taxonomie | ArchiMate 3.2:
Een taxonomie als een hiërarchische ordening van begrippen kan in ArchiMate worden gemodelleerd als een combinatie van Bedrijfsobject, Gegevensobject, Groeperingselement en Specialisatierelatie.
|
BusinessObject, DataObject, Grouping, SpecializationRelationship | ||||
thesaurus | ArchiMate 3.2:
Een thesaurus als een structuur van begrippen met semantische en hiërarchische relaties kan in ArchiMate worden gemodelleerd met Bedrijfsobject, Gegevensobject, Groeperingselement, Specialisatierelatie en Associatierelatie.
|
https://docs.geostandaarden.nl/nl-sbb/nl-sbb/#thesaurus | BusinessObject, DataObject, Grouping, SpecializationRelationship, AssociationRelationship | |||
toegang | ArchiMate 3.2:
De toegang als een relatie tussen een entiteit (gebruiker, systeem, proces) en een object (informatie, applicatie, dienst, fysieke locatie) kan in ArchiMate worden gemodelleerd met verschillende elementen en relaties, afhankelijk van de context.
|
AccessRelationship, BusinessActor, BusinessRole, ApplicationComponent, BusinessObject, DataObject, Artifact, Node, Facility | ||||
toeleverancier | ArchiMate 3.2: Bedrijfsrol.
|
BusinessRole | ||||
Uitvoeren | ArchiMate 3.2:
“Uitvoeren” kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de nadruk op het proces, de operationele activiteiten of de rollen die de uitvoering verzorgen.
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole | ||||
verantwoordelijkheid | ArchiMate 3.2:
“verantwoordelijkheid” kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de nadruk op plicht, taakuitvoering, verantwoording of delegatie.
|
BusinessRole, Requirement, AssignmentRelationship, AggregationRelationship | ||||
Verbeteren | ArchiMate 3.2:
“Verbeteren” kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de nadruk op het proces, de activiteiten of de betrokken rollen.
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole, BusinessActor | ||||
versie | ArchiMate 3.2: Gene overeenkostig concept in de taal, maar in ArchiMate kunnen versies van items (zoals documenten, applicaties, processen, datasets, etc.) worden gemodelleerd door gebruik te maken van Bedrijfsobjecten, Gegevensobjecten, Artifacten of Applicatiecomponenten, in combinatie met eigenschappen zoals metadata, specializatie, of associatie-relaties. | |||||
verwerking | ArchiMate 3.2:
Verwerking van persoonsgegevens kan worden gemodelleerd met concepten uit de Bedrijfslaag, Applicatielaag, Technologielaag en Motivatie-elementen.
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessObject, DataObject, ApplicationComponent, Node, Principle, Constraint, Requirement | ||||
vestiging | ArchiMate 3.2:
Omdat een vestiging zowel een organisatorisch als een fysiek concept is, kan dit in ArchiMate worden gemodelleerd met Bedrijfsactor, Bedrijfsrol, Locatie en Faciliteit.
|
BusinessActor, BusinessRole, Location, Facility | ||||
virtualisatie | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan virtualisatie gemodelleerd worden met concepten uit de Technologielaag en de Applicatielaag, afhankelijk van de laag waarin de virtualisatie plaatsvindt.
|
Node, Device, SystemSoftware, TechnologyService, Artifact, ApplicationComponent, SpecializationRelationship, AssociationRelationship, DependencyRelationship | ||||
visie | ArchiMate 3.2:
De beste match voor visie in ArchiMate is Doel, als een intentie of toestand die een Belanghebbende wil bereiken.
|
Goal | ||||
voorziening | ArchiMate 3.2:
Een voorziening als een combinatie van zowel goederen als handelingen kan in ArchiMate op verschillende manieren worden gemodelleerd, afhankelijk van de context.
|
BusinessService, BusinessObject, Device, Artifact, BusinessProcess, BusinessFunction, Facility | ||||
waarde | ArchiMate 3.2: Waarde | Value | ||||
waardestroom | ArchiMate 3.2: Waardestroom | ValueStream | ||||
werkinstructie | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een werkinstructie worden gemodelleerd met concepten uit Bedrijfslaag, waarbij het verband houdt met processen, rollen en objecten die nodig zijn voor de uitvoering.
|
BusinessObject, DataObject, BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole, BusinessActor, BusinessService | ||||
werkwijze | ArchiMate 3.2:
Een werkwijze als een gestructureerde manier om activiteiten uit te voeren kan in ArchiMate worden gemodelleerd met Bedrijfsproces, Bedrijfsfunctie, Bedrijfsinteractie en Beperking.
|
Grouping, BusinessProcess, BusinessRole, BusinessObject, BusinessFunction, BusinessInterface, Constraint | ||||
Wijzigen | ArchiMate 3.2:
Wijzigen van een dienst als proces kan gemodelleerd worden met de elementen uit Bedrijfslaag
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole, BusinessEvent | ||||
workflow | ArchiMate 3.2:
In ArchiMate kan een workflow worden gemodelleerd met een combinatie van concepten uit Bedrijfslaag en Applicatielaag, aangevuld met Stroomrelatie (Flow) en Activeringsrelatie (Trigger).
|
BusinessProcess, BusinessFunction, BusinessRole, BusinessActor, BusinessObject, DataObject, BusinessService, ApplicationService, FlowRelationship, TriggeringRelationship |
TOGAF[bewerken | brontekst bewerken]
Aantal met toelichting mbt TOGAF: | 0 |
---|---|
Aantal Is exact overeenkomstig: | 0 |
Aantal Is vrijwel overeenkomstig: | 0 |
Aantal Is overeenkomstig verwant: | 0 |
Aantal Heeft overeenkomstig bovenliggend: | 0 |
Aantal Heeft overeenkomstig onderliggend: | 0 |
Begrip | Toelichting harmonisatierelaties TOGAF | Is exact overeenkomstig | Is vrijwel overeenkomstig | Is overeenkomstig verwant | Heeft overeenkomstig bovenliggend | Heeft overeenkomstig onderliggend |
---|
ISO 42010[bewerken | brontekst bewerken]
Aantal met toelichting mbt ISO: | 4 |
---|---|
Aantal Is exact overeenkomstig: | 0 |
Aantal Is vrijwel overeenkomstig: | 3 |
Aantal Is overeenkomstig verwant: | 2 |
Aantal Heeft overeenkomstig bovenliggend: | 2 |
Aantal Heeft overeenkomstig onderliggend: | 0 |
Begrip | Toelichting harmonisatierelaties ISO | Is exact overeenkomstig | Is vrijwel overeenkomstig | Is overeenkomstig verwant | Heeft overeenkomstig bovenliggend | Heeft overeenkomstig onderliggend |
---|---|---|---|---|---|---|
Applicatielaag | ISO 42010:2022: Architecture View, (Hoofdstuk 3.7 bij bronverwijzing)
|
Application | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | |||
architectuur | ISO 42010:2022: Architecture (Hoofdstuk 3.2 bij bronverwijzing)
Vertaling door NORA: Fundamentele concepten of eigenschappen van een entiteit in haar omgeving en de leidende principes voor de realisatie en evolutie van deze entiteit en de daarmee samenhangende levenscyclusprocessen.
|
https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | ||||
entiteit | ISO 42010:2022: Entity of Interest (EoL) (Hoofdstuk 3.12 bij bronverwijzing)
Vertaling door NORA:
Entiteit van belang: Onderwerp van een Architectuurbeschrijving.
N.B.1: Iets wat wordt overwogen, beschreven, besproken, bestudeerd of anderszins behandeld bij het opstellen van een Architectuurbeschrijving. N.B.2: Belang in een entiteit wordt in de ISO-definitie breed opgevat en omvat ook belang in de omgeving en de levenscyclus van die entiteit. Dergelijke belangen worden ook vastgelegd in de elementen van Architectuurbeschrijvingen (AD). |
ActiveStructureElement | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en | |||
Grondslagenlaag | ISO 42010:2022: Architecture View (Hoofdstuk 3.7 bij bronverwijzing)
Vertaling door NORA :
|
MotivationElement, Strategy | https://www.iso.org/obp/ui#iso:std:iso-iec-ieee:42010:ed-2:v1:en |