Historisch overzicht architectuurbegrippen
Op deze pagina houden we bij welke architectuurbegrippen zijn vastgesteld door het de NORA Gebruikersraad. De governance over deze begrippen vindt plaats conform het beheerproces (conform BOMOS).
10 september 2024[bewerken | brontekst bewerken]
Naar aanleiding van het besluit van de NORA Gebruikersraad op 10 september 2024 zijn de volgende begrippen vastgesteld en is de status daarvan gewijzigd van "voorgesteld" naar "vastgesteld".
- aantal voorgesteld: 39
- inmiddels vastgesteld na verwerking commentaar: 38
- nog vast te stellen: 0
Overzicht begrippen met vastgesteld
Begrip | Definitie | Toelichting | Status redactie |
---|---|---|---|
Applicatielaag | De laag binnen het NORA-vijflaagsmodel voor de specificatie van de architectuur van applicaties. | De Applicatielaag in de NORA beschrijft met welke methoden en standaarden een architect invulling kan geven aan de applicatie-architectuur van het vraagstuk waarvoor een oplossing wordt gezocht. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen en hun samenhang:
| Vastgesteld |
Grondslagenlaag | De laag binnen het NORA-vijflaagsmodel voor de specificatie van de architectuur van grondslagen. | De Grondslagenlaag beschrijft met welke methoden en standaarden een architect invulling kan geven aan de wet- en regelgeving die relevant is voor het vraagstuk waarvoor een oplossing wordt gezocht. Het gaat hierbij om de volgende onderdelen en hun samenhang:
| Vastgesteld |
NORA-vijflaagsmodel | De vijf architectuurlagen binnen de Nederlandse Overheid Referentie Architectuur (NORA) waarin architectuurelementen worden ingedeeld. | De vijf lagen zijn:
| Vastgesteld |
activiteit | Een samenhangende set van handelingen als onderdeel van een processtap. | Bij het organiseren van de taken,bevoegdheden en verantwoordelijkheden in een organisatie worden veelal relaties gelegd tussen de dimensie 'proces' en de dimensie 'mensen in de organisatie',maar het niveau van de activiteit is het meest gangbaar.,respectievelijk tussen het 'wat' en het 'wie'.
Die relaties worden veelal uitgedrukt op het niveau van de activiteit. Een RACI-model specificeert dan de relaties tussen de activiteiten en de uitvoerders/verantwoordelijken daarvan. Een functiehuis beschrijft de clustering van activiteiten die in de vorm van profielen aan personen kan worden toegekend. Een procedure specificeert de keuzes die daarbij voor een specifieke casus zijn gemaakt. Deze relaties kunnen in principe ook nog fijnmaziger worden vastgelegd op het niveau van de handeling of grover op het niveau van de processtap | Vastgesteld |
afnemer | Een entiteit die iets afneemt van een andere entiteit. | Een afnemer in de context van dienstverlening is mens of organisatie die een dienst afneemt van een dienstverlener. De afnemer kent de rollen opdrachtgever en gebruiker. De opdrachtgever maakt de afspraken met de dienstverlener over het leveren van de dienst. De (eventuele) medewerkers van die afnemer kunnen dan worden geautoriseerd als de gebruikers van de dienst. Wie de rol van opdrachtgever heeft kan zelf ook een gebruiker zijn. Een afnemer kan ook één mens zijn (zzp),die zowel opdrachtgever als (de enige) gebruiker is.
De burger is hier een afnemer in de vorm van een mens. In ons democratisch bestel worden burgers bij het maken van afspraken over algemeen geldende dienstverlening vertegenwoordigd door de verschillende lagen van de volksvertegenwoordiging. Zo maken de Tweede Kamer en de Eerste Kamer samen de afspraken die als 'wet' worden gekwalificeerd. Dat doen zij in de rol van opdrachtgever,namens de burgers die zij daarbij vertegenwoordigen. In de overheidsdienstverlening aan burgers treden de verschillende vormen van de volksvertegenwoordiging (Gemeenteraad, College van Provinciale Staten, Eerste en Tweede Kamer, Waterschapsbestuur) dus op in de rol van opdrachtgevers die de burgers impliciet autoriseren voor het gebruik van de overeengekomen dienst,volgens de daarin vastgelegde afspraken. Een opdrachtgever kan zelf ook weer gebruiker zijn. Een lid van de Gemeenteraad kan zélf - als burger in die gemeente - weer een gebruiker zijn van de gemeentelijke verordeningen die in die gemeente zijn overeengekomen. Er kan ook sprake zijn van 'afnemer' in apparaat-apparaat koppelingen. Het ene apparaat ontvangt dan iets (neemt dan iets af) van het andere apparaat. Dat is echter een technologische koppeling en geen dienstverlening. Deze technologische koppeling kan wél onderdeel zijn van een dienst die door een organisatie wordt verleend aan een andere organisatie. | Vastgesteld |
afspraak | Dat wat partijen met elkaar hebben besloten. | Een afspraak is pas een afspraak als beide partijen bevestigen dat die afspraak is gemaakt. Een afspraak kan informeel zijn (denk aan een mondelinge afspraak die is gebaseerd op vertrouwen of gewoonten uit het verleden) maar kan ook formeel zijn (denk aan een schriftelijk vastgelegde overeenkomst die - net zoals een mondelinge overeenkomst - juridisch bindend kan zijn).
Een standaard is pas een afspraak als samenwerkende ketenpartners die expliciet van toepassing verklaren. In het kader van standaardisatie en ketensamenwerking in het onderwijs is een afspraak nader gedefinieerd als een "normatief bedoelde overeenkomst binnen een bepaalde context over de inrichting en het toepassen van bepaalde voorzieningen en/of standaarden". Een afspraak kan betrekking hebben op een dienst. We spreken dan van dienstverleningsafspraak of dienstverleningsovereenkomst. In de IT-wereld worden daarvoor ook alternatieve begrippen zoals serviceovereenkomst, service agreement, service level agreement, en dienstennivo-overeenkomst aangetroffen. Het NORA Basisconcept van Dienstverlening kent één geïntegreerd proces 'Afspreken' voor alle soorten afspraken die over dienstverlening wordden gemaakt: afspraken met afnemers, afspraken met toeleveranciers, en afspraken met interne organisatie-eenheden. | Vastgesteld |
applicatie | Een computerprogramma voor gebruikers. | Er is een onderscheid tussen computerprogramma's voor gebruikers en computerprogramma's voor systemen. De laatste worden geen applicaties genoemd maar systeemsoftware. | Vastgesteld |
begrip | Een eenheid van denken die wordt uitgedrukt door een woord of een groep woorden en verwijst naar de betekenis die daaraan wordt gegeven. | De belangrijkste toepassing voor een begrippenkader is het ophalen van informatie,waarbij het doel is om naar begrippen te zoeken. Begrippen worden weergegeven door termen. Elke term in een thesaurus moet een enkel begrip (of denkeenheid) vertegenwoordigen. Begrippen kunnen variëren van eenvoudig (bijv. katten) tot zeer complex (bijv. rassendiscriminatie onder etnische minderheden). Samengestelde termen of zinsdelen zijn over het algemeen nodig om de meer complexe begrippen uit te drukken. | Vastgesteld |
begrippenkader | Een verzameling normatief bedoelde begrippen die in een bepaald domein relevant zijn. | Een begrippenkader kan worden gedefinieerd om begrippen uit verschillende bronnen op te nemen. Begrippenkaders bieden een manier om kennis te ordenen voor het later kunnen ophalen. Ze worden gebruikt in indexeringsschema's,koppen,thesauri,taxonomieën en andere kennisorganisatiesystemen. Begrippenkaders verplichten het gebruik van vooraf gedefinieerde,geautoriseerde termen die zijn geselecteerd door de ontwerpers ervan,in tegenstelling tot natuurlijke taalvocabulaires,die een dergelijke beperking niet hebben. | Vastgesteld |
beheer | Alle handelingen die relevant zijn voor het instandhouden van iets. | Beheren is een containerbegrip dat is gericht op instandhouden. Instandhouden omvat een veelheid aan taken om de gewenste instandhouding te bewerkstelligen,waaronder managen,coördineren,en uitvoeren van taken met een wijzigings-,herstel-,uitvoerings- en verbeterdoelstelling. | Vastgesteld |
beleid | Een vooraf vastgestelde handelwijze voor het realiseren van doelen. | Beleid kent allerlei verschijningsvormen en kan zich bevinden op allerlei niveaus,variërend van strategisch tot tactisch tot operationeel. Zo wordt er op ministeries beleid ontwikkeld,maar ontwikkelen individuele organisaties ook hun eigen beleid. Daarnaast zijn er ook hele concrete manifestaties van beleid zoals wachtwoordbeleid dat beschrijft welke tekens en lengte acceptabel zijn voor een wachtwoord. | Vastgesteld |
bericht | Een afgebakende hoeveelheid gegevens die een verzender naar een ontvanger stuurt. | In de context van digitale gegevensuitwisseling bestaat een bericht uit een envelop (header),inhoud (payload) en optioneel een of meerdere bijlagen (attachments). De term wordt ook in meer algemene zin gebruikt voor informatie die met mensen (zoals burgers) wordt uitgewisseld. Een berichtenbox is daarbij een verzameling van ontvangen berichten. | Vastgesteld |
bevoegdheid | Het bezitten van toestemming om een handeling te mogen verrichten. | Een bevoegdheid kan alleen aan een organisatie of een natuurlijke persoon worden toegekend. Apparaten kunnen geen bevoegdheid bezitten. Een bevoegdheid kan al dan niet in naam van een andere organisatie of natuurlijke persoon worden verkregen. Een bevoegde natuurlijke persoon of organisatie kan bij het uitoefenen van bevoegdheden gebruik maken van apparaten. | Vastgesteld |
capability | Dat wat een systeem kan presteren. | In de NORA gebruiken we capability in relatie tot een organisatie of een natuurlijke persoon.
Capabilities worden vooral gebruikt om te beschrijven wat organisaties kunnen of zouden moeten kunnen. Daarmee zijn capabilities alternatieve ordeningen van zaken die al op andere manieren worden beschreven in begrippen zoals proces, processtap, activiteit, handeling, procedure, werkinstructie, werkwijze, of bedrijfsfunctie. Het specificeren van capabilities heeft vooral nut bij het analyseren van de prestaties van een organisaties. Capabilities veranderen echter niets aan die praktijk: de prestaties van een organisatie worden nog steeds voortgebracht door mensen die dingen doen met spullen, om daarmee diensten voor hun afnemers te leveren. Capability heeft geen betrekking op wat een technologisch systeem (bv computer, netwerk) kan presteren; dat noemen we functionaliteit. | Vastgesteld |
component | Een functioneel onderdeel van een systeem, bestaande uit meerdere elementen. | Een component in de IT-wereld is bijvoorbeeld een database-server: een essentieel onderdeel van een IT-systeem dat gegevens opslaat,beheert en opvraagt voor andere toepassingen. De database-server is samengesteld uit elementen zoals hardware,database-software en gegevensbeheersystemen.
Een component in het onderwijs is bijvoorbeeld een lesmodule: een onderwijsmodule of leermateriaal dat is ontworpen om bepaalde leerdoelen te bereiken. Een lesmodule bevat doorgaans elementen zoals lesplannen,opdrachten,evaluatiecriteria en ondersteuningselementen zoals video's of interactieve tools. Een component is personentransport is bijvoorbeeld een treinwagon: elk treinstel bestaat uit meerdere wagons (personenrijtuigen) die samen een functioneel onderdeel vormen voor het vervoer van passagiers. Deze wagons zijn samengesteld uit elementen zoals zitplaatsen,deuren,veiligheidsvoorzieningen,en soms ook sanitaire voorzieningen. Het NORA Bassiconcept van Dienstverlening is gebaseerd op Systems Thinking, waarin het systeem van een dienstverlener-organisatie gedefinieerd wordt als een set essentiële componenten: mensen, processen, en hulpmiddelen. Die componenten zijn vervolgens de bouwstenen van alle werkwijzen waarmee de dienstverlener de prestatie verricht: workflows, procedures en werkinstructies. | Vastgesteld |
coördineren | Het plannen, aansturen van, en toezien op werkzaamheden door uitvoerders. | Coördineren vormt de brug tussen managen en uitvoeren. Coördineren heeft dan betrekking op het aansturen van de overeengekomen uitvoering ten behoeve van de doelen die met het management zijn overeengekomen. Coördineren is dus niet managen, en dientengevolge is de coördinator niet de manager.
Coördineren kan plaatsvinden op basis van twee invalshoeken: vanuit de logica van het proces of vanuit de macht van de hiërarchie. Deze vormen heten respectievelijk procescoördinatie en lijncoördinatie. Organisaties sturen traditioneel vooral vanuit lijncoördinatie. Om een procesgerichte organisatie te worden zal het zwaarteput in de aansturing uiteindelijk verschuiven van lijncoördinatie naar procescoördinatie, waarbij de resterende lijncoördinatie zich concentreert op het optimaliseren van de kennis, skills, vaardigheden en beschikbaarheid van de medewerkers die het werk uitvoeren. Het bijbehorende profieltype 'coördinator' kent twee subtypes: procescoördinator en lijncoördinator. De procescoördinator houdt zich bezig met het coördineren vanuit het perspectief 'proces', en de lijncoördinator houdt zich bezig met coördineren vanuit het perspectief 'lijn' (hiërarchische teamsamenstellingen). Voorbeeld van een procescoördinator: wijzigingscoördinator, incidentcoördinator. Voorbeeld van een lijncoördinator: Teamleider Servicedesk. | Vastgesteld |
dienst | Een ondersteunde voorziening. | Een dienst is een voorziening die door een dienstverlener beschikbaar wordt gesteld aan een afnemer c.q. zijn gebruikers, en die door die dienstverlener wordt ondersteund als de afnemer c.q. zijn gebruiker de voorziening gebruikt.
Het NORA Basisconcept van Dienstverlening beschrijft de ondersteuning vanuit het perspectief van de burger, en definieert daarvoor de vier reactieve processen waarmee de dienstverlener die ondersteuning uitvoert: afspreken, wijzigen, herstellen en uitvoeren. Die vier processen zijn van toepassing op alle diensten. De voorzieningen in de diensten zijn buitengewoon variabel: daaronder vallen alle zaken die aan de burger beschikbaar worden gesteld in het kader van de dienstverlening. Dat varieert van openbaar vervoer tot aan inkomensvoorzieningen, van openbaar groen tot geestelijke hulpverlening en van onderwijs tot aan afvalverwerking en verkeerstoezicht. Alle diensten, en dus ook alle voorzieningen en ondersteuningsvormen, worden vanuit de burger beoordeeld in termen van functie (wat kan ik er mee?) en functioneren (hoe goed werkt het?). Het Basisconcept van Dienstverlening specificeert hiermee niet alleen de eerstelijnsrelatie tussen de burger en een overheidsorganisatie, maar ook de relaties tussen de samenwerkende overheidsorganisaties áchter die eerstelijnsorganisatie. Voor elke dienstverleningsrelatie tussen twee van die partijen geldt dezelfde definitie van een dienst. Zie ook de uitleg in de video "Wat is nu eigenlijk een dienst?. | Vastgesteld |
dienstverlener | Een organisatie die een dienst levert aan een organisatie of een natuurlijke persoon. | Een dienstverlener kan één of meer afnemers en één of meer toeleveranciers hebben. Vanuit het perspectief van een dienstverlener wordt de partij die iets levert áán deze dienstverlener een toeleverancier genoemd. Daarmee is een dienstverlener per definitie gepositioneerd als een schakel in een keten. De rol van dienstverlener schuift één positie op bij de volgende schakel: de afnemer wordt weer een dienstverlener aan de afnemers ván die afnemer, en de toeleverancier wordt de dienstverlener aan de initiële dienstverlener die nu zelf afnemer is geworden.
Een overheidsorganisatie die direct contact heeft met de burger is in die zin dus een eerstelijnsdienstverlener met de burger als afnemer. Deze dienstverlener is echter weer afnemer van tal van andere dienstverleners, die op hun beurt ook weer afnemer zijn van andere dienstverleners. Daarmee ontstaat een ecosysteem van dienstverlener-afnemer-relaties. Voor elk van deze relaties kan gebruik worden gemaakt van het NORA Basisconcept van Dienstverlening. Een afnemer heeft één of meer gebruikers die de dienst gebruiken. Als de afnemer slechts uit één individu bestaat valt de afnemer samen met de gebruiker. | Vastgesteld |
doel | Datgene wat je wil bereiken in de context van een missie. | Een doel is breder en algemener dan een doelstelling, en daarmee vaak moeilijker meetbaar dan een doelstelling. Een doel kan in meerdere gedetailleerde doelstellingen worden uiteengerafeld. In het Engels is de begrippencombinatie doel/doelstelling vertaald als goal/objectives. | Vastgesteld |
doelstelling | Een specifieke en meetbare stap om een doel te bereiken. | Een doelstelling is meer specifiek en meetbaar dan een doel. Een doel kan in meerdere gedetailleerde doelstellingen worden uiteengerafeld. In het Engels is de begrippencombinatie doel/doelstelling vertaald als goal/objectives. | Vastgesteld |
domein | Samenhangend geheel van dingen in de werkelijkheid. | In de context van informatie- en gegevensmodellering wordt ook wel de term "Universe of Discourse" gebruikt. Het is het deel van de werkelijkheid dat onderdeel is van het model.
Bij de overheid wordt het begrip 'domein' ook gebruikt om een bepaald werkveld,beleidsgebied,of aandachtsgebied af te bakenen waarin specifieke organisaties,regelgeving en verantwoordelijkheden bestaan. Een domein geeft vaak een sector of cluster aan van activiteiten die te maken hebben met maatschappelijke functies en die onder een bepaalde overheidstaak of beleidsprioriteit vallen. Voorbeelden:
| Vastgesteld |
entiteit | Een object dat gedrag kan vertonen. | Er zijn meerdere soorten entiteiten,waaronder natuurlijk persoon,niet-natuurlijk persoon en apparaat. Bij een entiteit kan een identiteit behoren. | Vastgesteld |
functie | De beoogde werking van iets. | In de context van architectuurmodellering spreken we ook wel over bedrijfsfuncties, applicatiefuncties of infrastructuurfuncties.
Een dienst (ondersteunde voorziening) wordt vanuit het perspectief van de afnemer c.q. de gebruiker beoordeeld in termen van functie ("Wat kan ik er mee?") en functioneren ("Hoe goed levert de dienst de overeengekomen functie?"). Dit geldt zowel voor de voorziening als voor de ondersteuning ván die voorziening. Over die twee zaken dienen in de afspraak over de dienstverlening dus concrete besluiten worden genomen. In ketens van dienstverleners dienen de onderlinge afspraken elkaar te dekken. Daarvoor is het nuttig een vergelijkbaar formaat te hanteren voor die afspraak. De indeling in functie en functioneren van zowel de voorzieningen als de ondersteuning daarvan is daarbij de aanbevolen structuur, die verder wordt toegelicht in het NORA Basisconcept van Dienstverlening. Een generieke functie is een algemeen voorkomende vorm van een functie. Een capability kan worden gespecificeerd in termen van functies. Het begrip functie wordt niet gebruikt in de context van een aanstelling of positie van een individu: daarvoor wordt het begrip profiel gehanteerd. | Vastgesteld |
functioneren | De werking van iets. | Het functioneren duidt het gedrag van iets in de praktijk.
Een dienst wordt vanuit het perspectief van de afnemer c.q. de gebruiker beoordeeld in termen van functie ("Wat kan ik er mee?") en functioneren ("Hoe goed levert de dienst de overeengekomen functie?"). Dit geldt ook voor de voorziening die deel uitmaakt van de dienst. Van een voorziening stellen we functie en functioneren vast,vanuit het perspectief van de afnemer/gebruiker. Over functie en functioneren dienen in de afspraak over de dienstverlening dus concrete besluiten worden genomen. In ketens van dienstverleners dienen de onderlinge afspraken elkaar te dekken. Daarvoor is het nuttig een vergelijkbaar formaat te hanteren voor die afspraak. De indeling in functie en functioneren van de ondersteunde voorzieningen is daarbij de aanbevolen structuur | Vastgesteld |
gebruiker | Een natuurlijke persoon die iets gebruikt. | Een afnemer in de vorm van een organisatie kan gebruikers hebben en autoriseren voor het gebruik van een dienst.
In de situatie van een 'éénpersoonsorganisatie' zijn afnemer en gebruiker één en dezelfde natuurlijke persoon. Een organisatie kan niet een gebruiker zijn: de handelingen waarbij gebruik wordt gemaakt van een voorziening worden altijd uitgevoerd door een natuurlijke persoon. Een afnemer in de vorm van een apparaat kan niet een gebruiker zijn. | Vastgesteld |
gegeven | Een vastgelegde waarneming of bewering over een eigenschap van een object. | De begrippen 'data' en 'gegeven' worden gehanteerd als synoniemen. Er is een stroming binnen gegevensmanagement in opkomst die een onderscheid tussen beide maakt waarbij onder 'data' alleen de ruwe,onderliggende representatie van gegevens wordt verstaan. | Vastgesteld |
goed | Iets dat bij overdracht een waarde vertegenwoordigt. | Een goed kan tastbaar (fysiek,bijv. een computer) en ontastbaar (non-fysiek,bijv. een applicatie) zijn.
Een goed kan gebruikt worden waarna het beschikbaar is voor hergebruik,maar een goed kan ook consumeerbaar zijn,waarna het niet meer in dezelfde vorm hergebruikt kan worden. Van een goed kan het eigendom overgedragen worden,maar het eigendom kan ook blijven bij de partij die het goed beschikbaar stelt en laat gebruiken door de gebruiker. Handelingen kunnen wel een waarde vertegenwoordigen,maar ze kunnen niet overgedragen worden. Goederen vormen samen met handelingen de voorziening in een dienst. | Vastgesteld |
governance | Een systematische werkwijze voor het besturen van, de gedragscode voor, en het toezicht op organisaties. | Governance kan toegepast worden op één of meer organisaties.
Governance is complementair aan management: management gaat over de uitvoering en het operationele beheer van de organisatie. Governance is vaak belegd bij andere organisatieonderdelen dan management; governance ligt in de regel bij een raad van bestuur of toezichthouders,zoals de raad van commissarissen,terwijl management ligt bij het collectief van de managers die sturing geven aan de uitvoering van de strategie en het dagelijks functioneren van de organisatie. | Vastgesteld |
grondslag | De wet- en regelgeving en/of het beleid die van toepassing zijn. | De architectuur voor grondslagen is uitgewerkt in de Grondslagenlaag van de NORA. | Vastgesteld |
handeling | Een kleinste eenheid van werk als onderdeel van een activiteit. | Een handeling is de kleinste eenheid voor het specificeren van een proces: een proces bestaat uit stappen die bestaan uit activiteiten die weer bestaan uit handelingen. Door een optimale ordening van die handelingen in activiteiten en stappen ontstaat een optimaal proces. Door het specificeren van de uitvoerder van die handelingen ontstaat een procedure,en als daaraan dan de technische voorschriften voor het gebruiken van hulpmiddelen worden toegevoegd,ontstaat een werkinstructie. | Vastgesteld |
hulpmiddel | Een middel dat door een natuurlijk persoon of organisatie wordt gebruikt bij het uitvoeren van handelingen. | Deze hulpmiddelen maken geen deel uit van de diensten, maar worden gebruikt om de diensten mee voort te brengen. De hulpmiddelen van een dienstverlener kunnen op hun beurt weer gebaseerd zijn op diensten (ondersteunde voorzieningen) van een toeleverancier. | Vastgesteld |
informatie | De betekenis die mensen geven aan gegevens in een context. | De interpretatie die iemand geeft aan gegevens is afhankelijk van zijn/haar kennis/overtuigingen. Het is ook afhankelijk van waar en wanneer deze interpretatie plaatsvindt. Informatie wordt ook wel gezien als die dingen die verschil maken. Wat voor één informatie is,is voor de ander geen informatie (bijvoorbeeld als hij/zij dat al wist). Gegevens en informatie zijn wel aan elkaar verbonden; zonder gegevens is er ook geen informatie. | Vastgesteld |
informatieobject | Een op zichzelf staand geheel van gegevens met een eigen identiteit. | In het voorstel voor de nieuwe Archiefwet (2021) wordt de term document gebruikt,maar dat heeft bij veel mensen een meer beperkte connotatie dan de term informatieobject. Er wordt daar gesproken over "schriftelijk stuk of ander geheel van vastgelegde gegevens[...]". In de context van de MDTO standaard komen informatieobjecten voort uit de taken van de overheid en ligt de nadruk op duurzame toegankelijkheid. De TOOI standaard hanteert een brede definitie van de notie informatieobject, voortbouwend op de notie information resource zoals beschreven in de W3C-recommendation "Architecture of the World Wide Web,Volume One". De standaard definieert een informatieobject als de klasse van resources waarvan de essentiële karakteristieken overgebracht kunnen worden middels een bericht. | Vastgesteld |
middel | Datgene wat je aanwendt om een doel te bereiken. | Elke organisatie bestaat uit "mensen die dingen doen met spullen". Elke organisatie en elk team binnen een organisatie is een dienstverlener en "doet" haar "dingen" dus voor een andere partij. De essentiële middelen van de organisatie omvatten de essentiële middelen die in de bedrijfsvoering van die organisatie of dat team worden ingezet. Die essentiële middelen omvatten de mensen die bij de uitvoering zijn betrokken,de dingen die zij doen (geordend in logische workflows en praktische werkwijzen),en de (interne) hulpmiddelen die zij daarbij inzetten.
Het productvan een dienstverlener is een dienst. De diensten die de organisatie levert zijn dus de producten van die organisatie. De hulpmiddelen die de organisatie daarbij inzet vallen niet onder diensten,omdat deze hulpmiddelen alleen worden ingezet bij de productie en levering ván die diensten en niet als een voorziening aan de afnemer beschikbaar worden gesteld. In een keten kunnen de voorzieningen die onderdeel zijn van een dienst voor de afnemer daarvan weer de rol van hulpmiddel spelen in de dienstverlening van die afnemer aan de partij die de daaropvolgende schakel in de keten is. | Vastgesteld |
object | Een onderscheidbaar iets in het beschouwde domein. | Objecten kunnen gedrag vertonen (entiteiten) of passief zijn. | Vastgesteld |
proces | Een verzameling processtappen die wordt getriggerd om een beoogd resultaat te bereiken. | Elk proces wordt getriggerd door een aanvrager: een burger of bedrijf, of verderop in de keten een overheidsorganisatie. Elk proces leidt tot een voor de aanvrager betekenisvol resultaat. Op elk proces wordt toezicht uitgeoefend om ervoor te zorgen dat het proces het beoogde resultaat daadwerkelijk voor die aanvrager realiseert.
Een vijfde proces, Verbeteren, werkt vanuit het perspectief van een andere stakeholder: de interne dienstverlenersorganisatie die voortdurend naar verbetering streeft. Voor dat proces is de burger of afnemer alleen indirect een stakeholder. Op basis van deze generieke processen - die alleen de handelingen (het 'wat') beschrijven - kan elke organisatie haar eigen uitvoerders van de betrokken handelingen bepalen, waardoor een werkwijze van het type procedure ontstaat (lokaal). Elke organisatie kan vervolgens aan die procedure ook haar eigen technische uitvoeringsvoorschriften en te gebruiken hulpmiddelen toevoegen, waarmee dan de (lokale) werkwijzen van het type werkinstructie ontstaan. Met deze vijf processen en acht werkstromen kunnen alle werkwijzen van alle vormen van (overheids)dienstverlening worden gespecificeerd. NB: In de spreektaal wordt het begrip 'proces' vaak gehanteerd voor praktische werkwijzen van het type procedure of werkinstructie. Hoewel dat slechts semantisch van belang lijkt, kan dit verstrekkende gevolgen hebben als daarbij verzuimd wordt deze praktische werkwijzen af te leiden van de gemeenschappelijke logische grondslag die - in de vorm processen - voor deze praktische werkwijzen geldt. Het NORA Basisconcept van Dienstverlening specificeert hoe alle praktische werkwijzen van een dienstverlener kunnen worden afgeleid van één gemeenschappelijk (zuiver) procesmodel. | Vastgesteld |
processtap | Een samenhangend geheel van activiteiten als onderdeel van een proces. | Een processtap wordt veelal gebruikt om op hoofdlijnen de samenstelling van een proces te specificeren als de logische volgorde van te volgen stappen op weg naar het beoogde procesresultaat. Elke processtap kan daarna worden gedetailleerd in meerdere activiteiten die vervolgens weer zijn uit te werken in de bijbehorende handelingen. | Vastgesteld |
versie | Een bepaald voorkomen van iets. | Om versiebeheer gestructureerd te kunnen uitvoeren is het wenselijk een typering van de mogelijke versies te hanteren m.b.v. semantisch versiebeheer. Dat kan net zo gedetailleerd als je wil,bijvoorbeeld in een driedeling: release,upgrade,fix:
Andere gangbare indelingen zijn major/minor/patch of major/minor/revision die geheel analoog werken. Een model met vier types is bijvoorbeeld major/minor/micro/modifier. In software-omgevingen wordt soms met een meer gedetailleerde set van vijf types gewerkt: major/minor/patch/build/revision of zoals in Python: epoch/release/pre-release/post-release/development. Hoe meer versieniveaus,hoe gedetailleerder er op versiebeheer kan worden gestuurd,maar ook,hoe meer inspanningen daarvoor moeten worden verricht. | Vastgesteld |
Nog vast te stellen begrippen